In ons dagelijks leven hebben we voortdurend met vorm te maken. We staan er niet altijd bij stil, maar in het verwerken en gebruiken van textiel is vorm altijd van groot belang geweest. Of het nu gaat om een puur esthetische vorm of om functionaliteit in gebruik en pasvorm, de toepassing van middelen om vorm te behouden of het gebruik van digitale middelen bij het creëren ervan, het zijn allemaal elementen die hierbij een rol spelen. In deze Studies in Textiel belichten we verleden, heden en toekomst, met aandacht voor ambachtelijke manieren van vorm maken en futuristische technieken om die vorm vervolgens weer te geven.
Prijs: € 20,00 exclusief verzendkosten
ISBN: 9789082128895
Dit nummer is helaas uitverkocht op textielcommissie.nl
Inhoud
Veranderende kennis van het bekleden van het lichaam
Roy Verschuren
De Meesteropleiding Coupeur Amsterdam. Het belang van vaardigheden voor kledingvormen
Roger Gerards
The Shanghai Dandy: Men in the City
Christopher Breward
Patroon en kledingstuk bij Martin Margiela. Een ingenieus spel van 2D en 3D
Kaat Debo
Een merkwaardige collectie in XXSmall
Madelief Hohé
Schatten uit het Palmhoutwrak: zeventiende-eeuws textiel nader onderzocht
René Lugtigheid
De excellente Meesterproef van een haute-couturejapon. Een afstudeerproject aan de Meesteropleiding Coupeur
Mariëlle van Putten
TextielMuseum als makershart van de stad
Ellen van den Berg
Extra Large. Een tentoonstelling van wandkleden van Picasso en Le Corbusier tot Louise Bourgeois
Steve Cok
Boekenrubriek
Jantiene van Elk
Samenvattingen
Veranderende kennis van het bekleden van het lichaam
Roy Verschuren
Rond 1820 wordt het gebruik van het meetlint gemeengoed en daarmee ontstaat de mogelijkheid op basis van metrische waarden patroonsystemen te ontwikkelen. Er wordt een direct verband gelegd tussen vaste maten op het lichaam en lijnen in het platte patroon. Mede door het baanbrekende werk van dr. Henry Wampen krijgt het bekleden van het lichaam een wetenschappelijke benadering. De nadruk komt steeds meer te liggen op de perfecte pasvorm van de kleding, te bereiken door de kleermaker. Hierbij wordt hij geholpen door de vakliteratuur. Volop aandacht wordt besteed aan lichaamshoudingen en pasvorm, het oplossen van pasfouten en modellering van kledingstukken.
Wanneer de confectie een deel van het maatwerk van de kleermaker gaat overnemen is pasvorm in eerste instantie een belangrijke factor. Naarmate de rol van de confectie groter wordt, is een breder pasbereik belangrijk. Maatsystemen gaan uit van gemiddelden en lichaamstypen, waarbij concessies worden gedaan aan de pasvorm.
Met de huidige digitalisering en de fast fashion industrie is de computer op alle terreinen van de kledingindustrie doorgedrongen. Naast de voordelen van de computer is er ook een groot nadeel: veel mensen achter de computer ontbreekt het aan kennis om vanaf het beeld op het computerscherm tot vormen om het lichaam te komen. De vele fouten die hierdoor ontstaan, zijn mede oorzaak van de verspilling in de kledingindustrie. Het besef dat de kledingindustrie zal moeten veranderen draagt bij aan de herwaardering van het ambacht en kledingproductie op kleine schaal.
De Meesteropleiding Coupeur Amsterdam. Het belang van vaardigheden voor kledingvormen
Roger Gerards
De Meesteropleiding Coupeur Amsterdam leidt sinds acht jaar geselecteerde talenten op tot coupeurs van topniveau. De opleiding is geïnitieerd door onder andere Nationale Opera & Ballet, diverse couturiers, ateliers en belangenorganisaties. Het belangrijkste doel van de opleiding is het ambacht van de meestercoupeur in ere te herstellen: veel ambachtelijke kennis dreigde verloren te gaan. Met tot nu toe 46 afgestudeerden wordt het ambacht behouden en doorgegeven aan volgende generaties. De opzet en aanpak van de opleiding is uniek in Nederland.
Het onderwijs is ingericht volgens in het verleden bewezen ambachtelijke tradities. De rode draad van het leertraject zijn het ambacht van ‘het maken’ en het vakmanschap van de coupeur, op een kwalitatief topniveau. Negentig procent van de studie bestaat uit het werken in een atelier onder begeleiding van leermeesters en experts en het uitvoeren van projecten in de praktijk. De opleiding bestaat uit drie gezelfases (A, B en C) en wordt afgesloten met een Eerste Meesterproef.
Aan de hand van voorbeelden geeft Roger Gerards inzicht in de inrichting van het onderwijs. Focus op alle ambachtelijke aspecten van het vak, oefening en perfectie als belangrijke drijfveren en een continue aandacht voor ‘het maken’ hebben gezorgd voor een uniek leertraject. Na drie jaar studie kunnen de leerlingen hoogwaardige kledingvormen voor het theater, de couture, de mode en de museale praktijk ontwikkelen en vervaardigen.
The Shanghai Dandy: Men in the City
Christopher Breward
Dit artikel onderzoekt de ontwikkeling van de mannelijke identiteit en stijl van kleden in Shanghai vanaf het begin van de twintigste eeuw tot op heden.
In deze stad, de meest internationaal georiënteerde van China, was het begrip van mannelijkheid en een mannelijke stijl van kleden gebaseerd op verschillende rolmodellen. Enerzijds waren dat de twee traditionele Chinese opvattingen over mannelijkheid: de geleerde en de krijger waren beiden een rolmodel. Anderzijds waren dat de Westerse opvattingen daarover met als groot verschil dat daar maar één een rolmodel bestond dat verschilde van de beide Chinese rolmodellen. De verschillende rolmodellen zijn uiteindelijk versmolten tot één nieuw. Latere invloeden waren de sociale en politieke ontwikkelingen zoals die teweeg werden gebracht door de Chinese Revolutie.
Het artikel is gebaseerd op een uitgebreider onderzoeksproject, samen met het Chinese Ministerie van Onderwijs, door wetenschappers van de Donghua Universiteit in Shanghai, de University of Edinburgh en het London College of Fashion. Gecombineerd met een langdurig verblijf van Breward in Shanghai is het resultaat een waardevolle uitbreiding van zijn werk over dandyisme en maatwerk in mannenkleding.
In januari 2020 is dit artikel gepubliceerd als hoofdstuk in: Christopher Breward en Juliette MacDonald (eds.), Styling Shanghai (Bloomsbury Visual Arts 2020).
Patroon en kledingstuk bij Martin Margiela. Een ingenieus spel van 2D en 3D
Kaat Debo
Dit artikel gaat dieper in op het oeuvre van de Belgische ontwerper Martin Margiela en bespreekt hoe Margiela telkens opnieuw het lichaam en de vertaling van dat lichaam naar een patroon en kledingstuk als uitgangspunt neemt voor zijn ontwerpen. Het proces, van idee tot patroon tot kledingstuk, wordt hierbij vaak zichtbaar gemaakt in de collectie zelf. De flat collectie uit lente-zomer 1998 is hiervan een uitermate boeiend voorbeeld.
In deze collectie speelt Margiela bewust met het tweedimensionale karakter van het papieren patroon versus het driedimensionale gegeven van lichaam en kledingstuk. Het tweedimensionale patroon blijft letterlijk zichtbaar in het uiteindelijk kledingstuk. Het is één van de vele manieren waarop bij Margiela het vakmanschap van het kleermaken tot uiting komt in de kleding zelf.
Een ander voorbeeld is de ‘artisanale collectie’, de couture-lijn die hij uitbrengt begin jaren 1990, als een ode aan dit vakmanschap. Hierbij wordt het aantal uren nodig om het kledingstuk te construeren expliciet gecommuniceerd.
Margiela wordt ook bekend door het gebruik van deconstructie in zijn collecties. Kledingstukken worden uit elkaar gehaald om vervolgens in verrassende constellaties te worden samengesteld tot een nieuw kledingstuk. Dit is echter niet mogelijk zonder een goede en gedegen kennis van de constructie van een kledingstuk.
In 2003 start hij met een aparte lijn Replica, waarin hij vintage kledingstukken exact namaakt. Hij brengt hiermee een eerbetoon aan het vakmanschap van de oorspronkelijke ontwerper, maar stelt ook vragen over originaliteit, vernieuwing en auteurschap in de mode.
Een merkwaardige collectie in XXSmall
Madelief Hohé
Een unieke set van miniatuurkleding en miniatuurpopjes vormt het centrale onderwerp van dit artikel. De herkomst en de samenstelling van de set is door raadsels omgeven, maar dat neemt niet weg dat hij een belangrijke bron is voor historisch onderzoek op velerlei gebieden. Een reden temeer daarvoor is dat de poppen en de kleding nog niet helemaal af zijn en daarmee een uniek inkijkje geven in de vervaardiging van de poppen.
Madelief Hohé neemt de lezer mee van de gedetailleerde beschrijving van de set in een publicatie van jonkvrouw C.H. de Jonge in 1947 tot de tweede beschrijving in 1964 toen het Gemeentemuseum in Den Haag de set verwierf en de opstelling van een gedeelte van de set bij een tentoonstelling in 2011.
De auteur bespreekt uit eigen observatie talrijke details met aandacht voor materialen en structuren van de poppen, patronen en gebruik van textiel voor de kostuums en combinaties van kledingstukken die sociaal gezien niet bij elkaar passen. Ze zet haar bevindingen af tegen wat bekend is van andere pronkpoppenhuizen, verzamelingen en kunstkamers elders in Nederland. Zij toont daarbij aan dat de bestudering van de set ‘poppengoed’ in XXSmall waardevolle nieuwe informatie geeft over kostuums, patronen en technieken in de late zeventiende eeuw.
Schatten uit het Palmhoutwrak: zeventiende-eeuws textiel nader onderzocht
René Lugtigheid
In 2014 werd een bundel textiel uit een zeventiende-eeuws scheepswrak voor de rede van Texel gelicht. Deze unieke vondst riep veel vragen op. Vanaf 2016 wordt er door verschillende instellingen, waaronder de Universiteit van Amsterdam, onderzoek aan dit textiel uitgevoerd.
Dit artikel doet verslag van vier recente deelonderzoeken. Ten eerste worden de onderzoeken besproken van twee studenten van de Opleiding Conservering en Restauratie van Cultureel Erfgoed aan de Universiteit van Amsterdam naar respectievelijk de beste parameters om maritiem archeologisch textiel te spoelen en de beste methoden om maritiem archeologisch textiel te drogen. Het tekenen van patronen van de aangetroffen kledingstukken door medewerkers van de School of Historical Dress uit Londen is het derde deel van dit artikel. Het ontwikkelen van een techniek om 3D-animaties van deze kledingstukken te maken door het 4D Research Lab van de Universiteit van Amsterdam sluit deze bijdrage af.
Het onderzoek aan het textiel is een onderdeel van een groter project naar voorwerpen uit het Palmhoutwrak onder leiding van Maarten van Bommel, hoogleraar natuurwetenschappelijke aspecten van conservering en restauratie van roerend cultureel erfgoed aan de Universiteit van Amsterdam.
De excellente Meesterproef van een haute-couturejapon. Een afstudeerproject aan de Meesteropleiding Coupeur
Mariëlle van Putten
Bij de Meesteropleiding Coupeur in Amsterdam studeerden in 2019 vier studenten af met een ‘Eerste Meesterproef’.
Een van hen is Mariëlle van Putten die een replica maakte van een avondjapon van de modeontwerper Elie Saab, uit zijn haute couture collectie winter 2013-2014. Het is een bordeauxrode japon gemaakt van zijden chiffon. De grote uitdaging was bij deze japon de gebruikte techniek, moulage, in combinatie met het materiaal, zijden chiffon. In haar rijk geïllustreerde bijdrage vertelt Mariëlle uitgebreid over het maakproces, haar keuzes en uitdagingen en de vele uren die zij aan de japon besteedde.
De eerste stap was het reconstrueren van het ontwerp aan de hand van enkele foto’s en een filmpje van de modeshow en het maken van een plan van aanpak, inclusief een raming van de benodigde hoeveelheid materiaal, van de kosten en van het tijdsbeslag.
De meeste tijd werd in beslag genomen door het mouleren van het chiffon over het korset en het afwerken van de rok en de cape met een rolzoom. Het grootste deel hiervan is handwerk.
Mariëlle is geslaagd met het predicaat ‘excellent’!
Textielcommissie
info@textielcommissie.nl
© 2017