Op 8 november was ik voor het eerst op een symposium van de Textielcommissie. Ik studeer kunstgeschiedenis in Amsterdam en werd verrast door dit voor mij onbekende onderwerp.
Na een informele ontvangst met koffie en thee werd het symposium geopend door dagvoorzitter Heidi van Hul, consultant werkzaam in de non-woven industrie, die ons een uitleg gaf over wat we precies onder non-woven verstaan. Dit is volgens de ISO (Internationale Organisatie voor Standaardisatie) een vel, baan of mat van georiënteerde vezels die op diverse manieren met elkaar worden verbonden. Vervolgens is het aan de diverse sprekers om het onderwerp van verschillende kanten te belichten.
Beeldend kunstenares Diana Scherer vertelt over haar project ‘Interwoven’. Door middel van zelf ontworpen mallen laat ze plantenwortels in geometrische patronen groeien tot tapijten of zelfs tot een jurk. Bij de Radboud Universiteit Nijmegen heeft ze de beschikking over een kas met een constante temperatuur. Zodra de kleden volgroeid zijn en van aarde ontdaan fotografeert Scherer ze om de versheid vast te leggen, vervolgens worden ze gedroogd en tentoongesteld.
Wonu Veys is conservator Oceanië bij Museum Volkenkunde in Leiden en vertelt ons alles over boombastdoek in Tonga. De boombastdoek, ofwel tapa, wordt gemaakt van papiermoerbeiboom. De boombastdoeken spelen nog steeds een grote rol in Polynesische ceremoniën. De vrouwen die deze tapa maken dragen bij aan het versterken van de cohesie binnen de gemeenschap.
Hellen van Rees is een mode- en textielontwerpster die haar producten letterlijk vanaf de draad tot het eindproduct ontwikkelt. Hellen was op zoek naar een rauwere versie van de klassieke Chanel tweed en ontwikkelde een non-woven materiaal gemaakt van restgarens. De kleuren van haar eerste collectie zijn gebaseerd op foto’s van asfalt: donkergrijs, lichtgrijs en geel. Om haar collectie nog meer op te laten vallen maakte ze een succesvolle serie kleding met 3d vormen. Zelfs Lady Gaga droeg een van haar outfits.
Bas Froon heeft een passie voor productietechnieken en industrial craftmenship. Zijn belangrijkste doel is dan ook het terugbrengen van lokale productie door middel van slimme innovaties. Een van zijn projecten is om van textielcomposiet een heel stevig materiaal maken. Hiervoor heeft hij een machine ontworpen die de textielcomposiet perst met hitte en druk, waardoor een heel stevig materiaal ontstaat. Hiermee maakte hij bijvoorbeeld een babydrager.
Rebecca Geskus woonde al een paar jaar op Texel toen ze het vilten ontdekte. De wol van de blauwe Texelaar, een schapenras van Texel, is ongeschikt om te vilten omdat de vezelschubjes vrij plat liggen en daardoor niet goed in elkaar haken, wat nodig is voor het viltproces. Door het combineren met andere wolsoorten lukt het Rebecca toch om de vachten te verwerken tot een mooi en duurzaam product.
Eerder kregen we al een uitleg over tapa en de cultuur daar omheen. Nu bekijken we een totaal andere kant van de tapa. Marijke de Bruijne en Sjoukje Telleman doen verslag van het restaureren van een achttiende-eeuws boombastdoek. In eerste instantie zag de doek er slecht uit maar door de luchtvochtigheid te beïnvloeden konden alle vouwen worden gladgestreken. De grote gaten werden gedicht met stijfsel en Japans papier om de doek te stabiliseren en toch soepel te houden.
Lenneke Langenhuijsen en Brecht Duijf van Buro BeLén zochten naar een stof met de eigenschappen van hout. Ze kwamen in aanraking met tapa, hebben zich goed laten informeren door Wonu Veys en zijn naar Tonga vetrokken om er alles over te leren. Daar wordt nu in diverse dorpen boombastdoek gemaakt voor Buro BeLén. In Nederland wordt het machinaal geborduurd en geverfd met natuurlijke kleurstoffen. Deze WOODEN TEXTILES worden toegepast in het interieur.
Wendy Andreu laat het resultaat van haar afstudeerproject zien. Het zijn een waterdichte jas en accessoires gemaakt van katoen en latex die dubbelzijdig gebruikt kunnen worden. Ze zijn in oplage te maken maar toch uniek omdat de latex steeds anders aan het katoen hecht.
Modeontwerper en wetenschapper Manel Torres is de afsluiter van de dag. Hij vertelt over een door hem ontwikkeld product: een spray-on non-woven waarmee hij als modeontwerper schitterende dingen kan maken. De spray kan ook worden toegepast in bijvoorbeeld de medische en in de cosmetische wereld. De non-woven uit een spuitbus kan op verschillende manieren worden samengesteld waardoor de eigenschappen zijn af te stemmen op het gebruik. Het is duurzaam en kan na gebruik worden opgelost en hergebruikt. Verschillende toehoorders waren bang dat het niet veilig zou zijn voor mens of milieu maar Manel overtuigde ons dat het absoluut veilig is. https://www.youtube.com/user/fabricanltd
De verscheidenheid aan sprekers was erg boeiend, van traditioneel tot de nieuwste innovaties. Manel Torres liet zien hoe in de toekomst non-woven de wereld kan gaan veroveren. De verhalen over Tonga en de boombastdoek die daar wordt gemaakt zullen mij nog lang bijblijven. Dat maakte het voor mij een zeer geslaagde dag en daarvoor wil ik de Textielcommissie graag bedanken.
Tekst: Agaath Schuurmans
Foto’s: Jan Meyer