Christie van der Haak ©Koen Hauser
Hoe voelt het als je als Textielcommissie na een periode van tweeënhalf jaar eindelijk weer een live symposium kunt organiseren? Opgewonden, blij, feestelijk, gretig, zo kun je de sfeer wel typeren die er op donderdag 7 april heerste.
Tanja Elstgeest, directeur van Museum De Lakenhal, en Karin van Paassen, voorzitter van de Textielcommissie, heten de bezoekers welkom. Voor Karin een bijzonder moment, want zij trad als voorzitter van de TC aan midden in de corona crisis. Zij memoreert kort hoe het bestuur zich tijdens die periode, dankzij het organiseren van TexTalks en de verschijning van Studies in Textiel, ingespannen heeft om het contact met de leden warm te houden. Zij bedankt de werkgroep voor de inzet voor dit symposium, dat tot twee keer toe, vanwege corona, moest worden uitgesteld. Na Karin neemt Sjouk Hoitsma, secretaris van de Textielcommissie, het woord. Zij richt een warm dankwoord aan Ria van Els, die 6 jaar voorzitter van de Textielcommissie is geweest en een gedegen fundament voor de toekomst van de commissie heeft gelegd. Namens het bestuur en alle leden dankt zij Ria voor haar inzet met een grote bos bloemen en een hartelijk applaus van alle aanwezigen.
En dan is het tijd voor textiel. Voor de inhoud waar iedereen tweeënhalf jaar op heeft gewacht. Marjolein Koek, restaurator bij het Rijksmuseum en dagvoorzitter van het symposium, licht het programma toe. Met 12 sprekers, verschillende filmpjes en Q&A-momenten kun je dat gerust een rijk en gevarieerd programma noemen!
Jori Zijlmans neemt ons mee naar de 13e eeuw, de eeuw waaruit het oudste lakenloodje stamt dat in Noordwest-Europa (nota bene in Amsterdam) is gevonden. Het Leidse laken was vele eeuwen lang een begerenswaardige stof, dankzij de superieure kwaliteit van het textiel. Die kwaliteit werd dan ook goed bewaakt door de keurmeesters, die alle Leids laken aan nauwgezette keuringen onderwierp. Had de stof de toets der kritiek doorstaan, dan werd deze voorzien van een lakenloodje en mocht het verhandeld worden.
Het keuren van de kleuren van het Leidse laken heeft door de eeuwen heen een unieke collectie stalenboeken opgeleverd. Helaas zijn die niet zo makkelijk te ontsluiten voor wie er onderzoek naar wil doen. Roos Kliphuis houdt zich bezig met het digitaliseringsproces van deze stalenboeken, die door het gewicht van het textiel in de loop der eeuwen zwaar en kwetsbaar zijn geworden. Zij legt uit hoe een haalbaarheidsstudie moet gaan bepalen hoe deze stalenboeken digitaal ontsloten gaan worden.
De stad Leiden blonk niet alleen uit in lakense stoffen. Van 1836 tot 1936 was er de Leidsche Katoenmaatschappij gevestigd. De familie Driessen, eigenaar van de fabriek sinds 1845, legde gedurende meerdere generaties stalenboeken aan waaruit de klanten hun dessins konden kiezen. Jantiene van Elk legt uit hoe de Driessens door Europa reisden om van andere textielproducenten te leren en ervaringen uit te wisselen. Zo kwamen ook de fraaie stalenboeken tot stand, waarvan Museum De Lakenhal en het Textielmuseum er veel bezitten.
Niet alleen in fabrieken werd er in Leiden hard gewerkt. Achter menig voordeur in arbeiderswijken werd door hele gezinnen bijgedragen aan de Leidse textielindustrie. Daarvan getuigt het Leidse wevershuisje dat aan het begin van de 21ste eeuw van de sloop werd gered en dankzij de inzet van een groep bevlogen mensen gerestaureerd werd. Aaltje Knoop vertelt over de ontdekking van het huisje en de bijzondere manier waarop het gerestaureerd werd. Als je het huisje, nu Museum het Leids Wevershuis, binnenloopt, ziet het eruit zoals het er vroeger uitzag. Sjofel, oud, alsof de tijd stil heeft gestaan, zo subtiel heeft de restauratie plaatsgevonden.
Na een korte koffiepauze luisteren we naar het verhaal van Karina Leijnse, tentoonstellingsmaker bij het Zeeuws Museum. Zij ontdekte in de collectie van het museum een aantal hemdrokken van een kleurrijke wollen damast. Een zoektocht naar de herkomst van deze stof bracht Karina samen met Remi Veldhoven, textiel onderzoeker en ontwerper, naar de Engelse stad Norwich waar zij stalenboeken, garens en ander goed bestudeerden. Terug in Nederland ontwierp Remi op basis van hun onderzoek een moderne variant op deze wollen damast. Modeontwerper Sjaak Hullekes kreeg vervolgens de uitdaging om met deze stof een moderne variant op de achttiende-eeuwse hemdrok te maken. Tot en met 11 september 2022 kun je dit jasje, en natuurlijk ook de oude hemdrokken, bewonderen in het museum.
Van geweven wollen jasjes stappen we over op geweven landkaarten. Twee geweven landkaarten van de stad Leiden, maar wel met bijna 500 jaar tijdsverschil ertussen, hangen er in Museum De Lakenhal. De oudste van de twee heeft het ontzet van Leiden als onderwerp en is in 1587 geweven. Ebeltje Hartkamp-Jonxis legt uit vanuit welke gezichtspunten de landkaart ontworpen is en vergelijkt het tapijt met stadsplattegronden uit de 16e eeuw. De reden dat ontwerper Hans Liefrinck voor een oost-west oriëntatie koos, is omdat de dijken dan beter uitkwamen op de kaart. En waarom een tapijt en geen schilderij? Simpel, een tapijt kan gemakkelijk opgerold worden en gaan “reizen” van stad naar stad.
De “jonge” landkaart in Museum De Lakenhal is van de hand van Ankie Stoutjesdijk. Zij is grafisch vormgeefster en kreeg van het museum de bijzondere opdracht om de stadsuitbreiding van Leiden vanaf ca. 1200 tot nu in een wandtapijt in beeld te brengen. Als grafisch ontwerpster is zij erop gericht informatie te ordenen en dit te vertalen in een beeld en vorm. Voor haar ontwerp greep zij terug op de manier waarop historische kaarten de relatie van de stad tot de omgeving verbeeldden en dit resulteerde in een infographic-achtig wandtapijt waarin 11 verschillende garens verwerkt zijn.
Een andere opdracht van Museum De Lakenhal heeft tot een collectie stoffen geleid. Nicole Roepers, conservator actuele kunst van het museum, vertelt over de opdracht van het museum aan vijf ontwerpers en kunstenaars om een moderne versie van “Leids Laken” te ontwerpen, geïnspireerd op de collectie van de Lakenhal en de ambachten die daaraan ten grondslag liggen. Er was slechts één eis: de stof moest minstens 80% hoogwaardige wol bevatten en geweven zijn. Mae Engelgeer, Edwin Oudshoorn, Petra Blaisse, Christie van der Haak en Claudy Jongstra kwamen elk met een eigen interpretatie van een nieuw Leids Laken. Nicole laat de inspiratiebronnen achter de ontwerpen zien en zoomt in op het productieproces van de stoffen. De stoffen zijn in de winkel van het museum per meter te koop. Ook is er van de stoffen een DIY-kit samengesteld, waarmee je zelf een tas, stola, sjaal, kussenhoes of wandtapijt kunt maken. Mooi detail: wanneer je in de museumwinkel stof van de rol koopt, wordt er ter plekke een nieuw Leids loodje in geslagen.
Een zesde ontwerpopdracht, verstrekt aan Aleksandra Gaca, was bestemd voor nieuwe wandbespanning voor het auditorium van het museum. Zij liet zich in haar motief keuze inspireren door een schilderij van Van Doesburg, die ooit vanuit Leiden de beweging De Stijl oprichtte.
Christie van der Haak
Liset van der Scheer heeft een bijzondere connectie met de Leidse stoffen die op dit symposium besproken worden. Haar oma was een telg uit het geslacht Le Poole, een familie van laken producenten in Leiden. Liset is zelfstandig industrieel ontwerper van textiel. Zij heeft een enorme kennis van technieken en materialen opgebouwd die zij graag wil delen. Haar expertise ligt in het vertalen van ambachtelijke technieken naar industriële toepassingen. Aan de hand van haar eigen werk heeft zij nu een website ontwikkeld waarop zij deze kennis deelt: www.knowhowwow.nl. De site laat niet alleen zien hoe bepaalde garens, technieken en weefsels zijn uitgevoerd, maar ook het beeld of object dat aan de basis ligt van het ontwerp. Haar site is ingericht als een snoepwinkel voor textiel professionals en liefhebbers. Pik eruit wat je mooi vindt en verdiep je in het ontstaansproces.
Hella Jongerius woont en werkt sinds 2009 in Berlijn. Tot ongeveer vijf jaar geleden werkte zij met haar Jongeriuslab wereldwijd voor grote opdrachtgevers als meubelproducent Vitra, de Amerikaanse interieurtextiel producent Maharam en het Nederlandse Danskina. In 2015 schreef Hella samen met Louise Schouwenberg het manifest Beyond New. Zij breken hierin een lans voor een mentaliteitsverandering in het designproces, waarin we af moeten van de vraag naar nieuwe dingen omdat het nieuw is. In plaats daarvan zouden ontwerpers zich meer historisch en cultureel besef moeten toe-eigenen en inzetten op kwalitatief hoogwaardigere productiemethodes. De publicatie van haar manifest heeft ervoor gezorgd dat Hella tegenwoordig vaak wordt uitgenodigd om onderzoekstentoonstellingen te maken. Voor een aantal van deze projecten greep Hella terug op een oud ambacht: het weven. Zo kwam voor het Franse Lafayette Anticipations haar project Interlace tot stand. Hiervoor ontwikkelde Hella een 3D-weefmachine, de Seamless Loom, en de Space Loom, een ruimtelijke installatie waarmee wevers op een beweegbaar platform met “reuzen”-garen een monumentaal werk in de ruimte weven.
Het laatste blok van het symposium is gewijd aan Bourgondisch Zwart, een onderzoek naar oude verftechnieken waarmee men in de Middeleeuwen wol zwart verfde. Aan dit onderzoek hebben wetenschappers en kunstenaars uit verschillende disciplines meegewerkt. Jenny Boulboullé, historicus kunst en wetenschap en als gastonderzoeker verbonden aan de UvA, is samen met Sven Dupré de initiatiefnemer en samensteller van Burgundian Black, een open access e-book dat in maart verschenen is. Hierin zijn alle onderzoeksresultaten, essays en multimediale bijdragen gebundeld.
Een van de kunstenaars die meewerkte aan Burgundian Black is Claudy Jongstra. In een filmpje vertelt zij dat het op een natuurlijke manier zwart verven van textiel, in haar geval wol, tot nu toe altijd een uitdaging is gebleken. Daarom werkte zij ook graag mee aan een driedaagse verfworkshop die Jenny Boulboullé samen met haar, Natalia Ortega Saez en Art Gaibor Proaño in 2019 organiseerde op de boerderij van Claudy in Húns, Friesland. Tijdens deze workshop werden oude recepten helemaal naar de letter uitgevoerd, met de ingrediënten, hoeveelheden en bereidingswijze zoals ze in de 16e en 17e eeuw zijn vastgelegd.
Natalia Ortega Saez deed onderzoek naar een aantal historische verfmethodes, waarvan ze er drie beschrijft in Burgundian Black. Een daarvan is de verfmethode die tijdens de driedaagse workshop bij Claudy Jongstra werd onderzocht met een team van wetenschappers en kunstenaars. Andere historische verfmethodes werden onderzocht tijdens de ROOTHS Summer University aan de Universiteit van Antwerpen. Dit vijfdaagse onderzoekprogramma werd in 2019 georganiseerd en hieraan werkten ook conservatoren en kunsthistorici mee. De onderzoekers bestudeerden oude stalenboeken om te onderzoeken hoe er zwart geverfd werd. Vervolgens werden deze stalen vergeleken met stalen die tijdens het onderzoek geverfd werden naar historisch recept.
Voor iedereen die nu nieuwsgierig is geworden en zelf wel eens deze historische verfrecepten zou willen proberen, heeft Burgundian Black een aardige bonus: het slothoofdstuk is een praktische gids met recepten en instructies die je kunt downloaden.
Tijdens de afsluitende Q&A vraagt een van de toehoorders zich af waarom alleen wol op deze bewerkelijke manieren zwart geverfd en niet ook bijvoorbeeld zijde. Natalia antwoordt daarop dat de wollen lakense stoffen veel strenger gecontroleerd werden op de kwaliteit van de kleur en dus veel waardevoller en daardoor kostbaarder waren.
Op de vraag of deze onderzoeken mogelijkheden bieden voor de toekomst, kan niet een eenduidig antwoord gegeven worden. Het onderzoek naar Bourgondisch Zwart is niet opgezet als een onderzoek naar een ecologische manier van verven en kan in die zin ook niet zo geïnterpreteerd worden. Verder ligt er natuurlijk ook een enorme uitdaging in de opschaling van dergelijke historische verfmethoden naar de schaal waarop in onze tijd stoffen geverfd worden.
Via deze link kun je Burgundian Black lezen en bekijken en verfrecepten downloaden:
https://burgundianblack.tome.press/
Met het dankwoord van Karin van Paassen aan Museum De Lakenhal en een vrolijke afsluitende borrel kunnen we als Textielcommissie terugkijken op een zeer geslaagd symposium.
Ellen van den Berg
hoofdredacteur Studies in textiel